Laten we onmiddellijk zeggen dat haar opvatting heel avant-garde is en dat het Huis Panhard zich zeer ter harte neemt een wagen voor te stellen van klein model maar die een elite blijft in haar categorie. Voor alles is het een voorwielaandrijving, een moderne opvatting, welke slechts door enkele bouwers werd aangenomen, voornamelijk door Citroën en D.K.W. Het is ook een "flat-twin" (een motor met 2 cilinders horizontaal tegenover eikaar opgesteld) van 610 cc door lucht gekoeld, die beroep doet op ongekende oplossingen : drijfstangen, alles volledig gemonteerd op rollagers, de kopkleppen worden bediend door klassieke stoters en tuimelaars maar aangesloten op torsiestaven (2 Panhard brevetten), kop en cilinders vervaardigd van Alpax met gietijzeren bussen. Dit werd uitgevonden door een opmerkelijke ingenieur Louis Delagarde. Deze motor werd geïnspireerd door de techniek van de moto welke beroep deed op een lichte legering. Dit was eveneens het geval voor de romp en de andere elementen van het koetswerk, eveneens in Alpax, uitgezonderd voor het onderstel dat in staal werd vervaardigd. Het aluminium koetswerk bestaat uit 12 gegoten elementen. Het koetswerk met vier deuren is hertekend door Louis Bionier in een stijl die tegelijkertijd aan de AFG en de Dynamic doet denken. Die stijl wordt reeds kort nadien als "Louis XV" bestempeld. Men bemerkt een achterwielophanging: de zwevende armen maken de wielen onafhankelijk, de torsiestaven maken de vering soepel bij kleine zowal als bij grotere belasting, en de stabilisatoras zorgt voor een sensationele wegligging met beperkt roleffect. Het stuur werkt met tandstang en een vierversnellingsbak. Een heel intelligente opvatting maar delicaat om te gebruiken.
In 1948, komen de eerste Dyna's op de baan. Al de bestuurders zijn ten zeerste verwonderd: een 3 PK die heel goed de baan houdt, weinig verbruikt en goed rijdt, dat komt men niet veel tegen. Haar grootste rivaal is de Renault 4 PK, die minder duur is, maar welke bestuurder van een 4 PK waagt het erop om een Dyna te volgen op moeilijke banen ?
Oorspronkelijk ontworpen als een berline, wordt de Dyna X84 type 100 (welke vlug de X85 type 110 wordt in 1950) opgevolgd door een vrachtautootje en daarna, in de herfst 1949, door een kleine cabriolet, een open berline en een hele hoop bedrijfswagens (break, "commercial"..) Tezelfdertijd ruilt ze haar tweedelige luchtinlaat tegen een luchtinlaat in gepolierd aluminium met rond centraal motief die de lucht naar de ventilator stuurt. De Dyna wordt meer en meer verbeterd zowel op mechanisch vlak als op het gebied van binnenafwerking en koetswerk. De koetswerken worden meer verscheiden en er komt een grote verandering met het nieuwe type 120 (model X86) een 4 PK waarvan de 750 cc motor ongeveer 33 pk ontwikkelt in april 1950, daarna in februari 1952 met de "120 sprint" (carburator 2 delen, 37 pk) en in juni 1952 met de 5 PK Dyna 130 (type X87) waarvan de cilinder op 851 cc gebracht word met een grotere boring .